Pedagogisch project
Met Optimale Zorg en Aandacht voor Ieder Kind
Onze school, MOZA-IK, biedt basisonderwijs aan kinderen met een attest Basisaanbod (BA) en type 9. Deze kinderen hebben één of meerdere specifieke leerstoornissen en/of autisme spectrum stoornis (ASS).
We streven naar kwalitatief onderwijs.
Dit betekent dat ieder kind recht heeft op het maximaal ontplooien van zichzelf en zijn/haar mogelijkheden.
Naast cognitieve mogelijkheden is er ook plaats om lichamelijke, muzische, communicatieve en sociale vaardigheden te ontdekken en verder te ontplooien.
We werken ervaringsgericht en streven naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid en maximale ontplooiing van ieder kind om actief tot leren te komen. Daarbij bereiden we hen handelend voor op levenssituaties die na de schoolperiode belangrijk worden zodat ze zelfbewust, zelfzeker, zelfredzaam zijn in een veranderlijke maatschappij.
We werken handelingsplanmatig.
Dat betekent dat we vertrekken vanuit de beginsituatie van de leerling(en) zelf.
Hieruit groeien groepswerkplannen en individuele handelingsplannen (dus: Wat willen we met deze leerling(en) bereiken, wie doet wat, wanneer en hoe?)
We evalueren het effect van ons aanbod. De inhoud maar ook de aanpak, het materiaal, de werkvorm wordt geëvalueerd.
Elke leerling krijgt dus een aanbod op maat.
Ieder kind heeft recht op kansen.
We bieden intensieve individuele zorg voor elk kind en hebben oog voor het welbevinden van elk kind. Kinderen leren al spelend en ontdekken de wereld op een boeiende manier in samenwerking met elkaar. In dit proces staat elke leerling met zijn zorgvraag centraal. We trachten ons onderwijs zo functioneel mogelijk te maken. Weten wat je leerlingen bezighoudt is hiervoor een noodzakelijke voorwaarde. Ook vinden we het belangrijk dat leerlingen betrokken zijn met elkaar.
Om dit te bereiken gebruiken we verschillende werkvormen waardoor leerlingen de meerwaarde ontdekken van samenwerken. Tevens stimuleren we zo ook hun sociale vaardigheden op een positieve manier. Ze leren op deze manier ook elkaars sterktes kennen en leren respect te hebben voor elkaars zwaktes. Zo leren leerlingen niet enkel van elkaar maar ook mét elkaar.
Om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de individuele zorgvraag van onze kinderen, differentiëren we.
Kleuterklas (type 9) :
- maximum van 7 kleuters tussen 2,5 en 6 jaar per klasgroep.
- We werken thematisch zoals in een kleuterklas van het reguliere onderwijs maar met de nodige aanpassingen voor kinderen met autisme. Daarom wordt onze werking afgestemd op de specifieke, individuele noden van het kind. (vb. werken met visualisaties, stappenplannen, enkele individuele werkruimtes, zandloper, aanbieden hoofdtelefoon, vluchtruimte, snoezelhoek, tactiele materialen, verzwaringsdeken, kauwketting,..)
- Vanuit onze observaties werken we met 3 niveaugroepen. Doorheen het schooljaar kan een kleuter evolueren naar een ander niveau binnen de klas, afhankelijk van de ontwikkeling.
- Prioriteiten in de kleuterklas :
- zich goed en veilig voelen
- Differentiatie en oefeningen op maat
- Doelgericht werken : elke activiteit bevat minstens één of meerdere voor hem/haar geselecteerde leer- en ontwikkelingsdoelen.
- Observeren om nieuwe doelstellingen te formuleren
- Zelfstandigheid: zelf naar toilet gaan, de jas aandoen en dichtdoen, de boekentas leegmaken en alle voorwerpen sorteren, opruimen.
Lagere school :
Leerlingen krijgen de leerstof op hun niveau en op hun tempo aangeboden. Ze worden verdeeld over verschillende klasgroepen rekening houdend met hun kalenderleeftijd, taalniveau, emotionele leeftijd, maar ook onderlinge chemie tussen leerlingen speelt een rol.
Heel wat klastitularissen volgden de cursus “Rekentrappers”. Bij Rekentrappers gebruiken we meerdere strategieën en manieren om de oefeningen op te delen.
Het gaat om “realistisch” en “waarheidsgetrouw” rekenen door vaak te werken en tellen met geld, speelkaarten en de lintmeter. Weten “waarom” en “hoe” je rekent, wordt als motivator gebruikt. Deze manier van werken, wordt aanvullend gebruikt aan een methode. We hebben ook een rekencoach. De rekencoach begeleidt kinderen en jongeren met rekenproblemen, dyscalculie en/of wiskunde.
Er wordt gewerkt aan het verbeteren van de rekenvaardigheden, maar ook het vergroten van zelfvertrouwen.
Zowel bij basisaanbod als bij type 9 vinden we binnen-klasdifferentiatie belangrijk.
We willen werken aan convergente en divergente differentiatie.
Wat is dat?
– Bij convergente differentiatie is er een minimumdoel voor de groep als geheel. De leerlingen doen mee aan de klassikale instructie. Daarna gaan de kinderen de leerstof zelfstandig verwerken, zodat de leerkracht tijd heeft om de zwakke leerlingen verlengde instructie te geven. Voor de meer- en hoogbegaafde kinderen is er verdiepingsstof. Bij convergente differentiatie staat de leerkracht centraal: hij legt uit, doet voor, oefent eerst samen met de kinderen en laat hen dan zelfstandig oefenen.
Convergente differentiatie heeft hoge verwachtingen van zorgleerlingen. Zij worden niet bij voorbaat opgegeven of op een eigen leerlijn gezet. Het nadeel van een eigen leerlijn is dat de instructietijd voor de zorgleerlingen relatief kort is, terwijl convergente differentiatie de instructietijd voor deze leerlingen juist verlengt. Bij convergente differentiatie is de klas in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau.
– Bij divergente differentiatie sluit de leerkracht zoveel mogelijk aan op de individuele niveaus en onderwijsbehoeften van de kinderen. De leerkracht is hierbij begeleider van het leerproces van de leerlingen.
Bij divergente differentiatie nemen de verschillen tussen de kinderen toe, waardoor er nog meer differentiatie nodig is. Het leren in homogene niveaugroepen heeft nadelige gevolgen voor de zwakke leerlingen, voor de gemiddelde leerling leidt niet tot betere resultaten. Hoogbegaafde kinderen hebben er wel baat bij, omdat zij profiteren van de andere sterke leerlingen in hun niveaugroep. Ze kunnen in hun eigen tempo doorgaan. Maar een nadeel is dat zij op deze manier niet leren om rekening te houden met anderen.
– Binnen type basisaanbod zitten de leerlingen in aparte niveaugroepjes voor rekenen. Taal wordt door de eigen leerkracht in eigen klas (maximum 14 leerlingen) gegeven, rekening houdend met individueel niveau en zorgvraag van de leerlingen
– Binnen type 9 hebben we als doel alle leerlingen een bepaald niveau te laten behalen door te variëren in zaken als instructiewijze en instructietijd.
Rekenen en taal wordt door de eigen leerkracht in eigen klas (maximum 7 leerlingen) gegeven, rekening houdend met individueel niveau en zorgvraag van de leerlingen.
Individuele aandacht en begeleiding biedt voor de leerling voorspelbaarheid en structuur. De leerlingen voelen zich dan veilig en kunnen zich in alle rust concentreren op het schoolse werk. (divergente differentiatie)
De aanpak is volledig afgestemd op kinderen met een ASS:
- voorspelbaarheid
- strakke en duidelijke structuur via dagschema’s
- beloningssysteem
- systeem vrije werktijd
- training sociale vaardigheden
- werken aan zelfredzaamheid
- projectwerk
- het gericht zoeken naar aanpakken op maat van elke leerling
Daarnaast willen we ook inzetten op gezamenlijke instructie. (convergente differentiatie).
Verlengde instructie geeft kinderen de ruimte en mogelijkheid om verder in te oefenen.
De klas wordt in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau.
Binnen Basisaanbod en type 9 wordt er ook op regelmatige basis klasoverschrijdend gewerkt. Paramedisch personeel helpt waar nodig.
We houden rekening met persoonlijkheidskenmerken en talenten om maximaal te ontwikkelen naar een passende opleidingsvorm in het secundair onderwijs.
Een positief zelfbeeld en het welbevinden van de leerlingen staat centraal.